Standerdmolen.

  

Rijksmonument
Gesloten standerdmolen, midden 17e eeuw, in 1960 gerestaureerd.

Geschiedenis
De geschiedenis van de molen gaat terug tot in het midden van de 17de eeuw, toen hij werd gebouwd door de Hollander Jan van Riemsdijk. Het oudste jaartal dat in de molen te vinden is, dateert 1703 en hierachter staat de naam van de toenmalige eigenaar.
Later (1785?) is de molen naar Boekel overgeplaatst en was daar eigendom van Peter Klefas. Deze kraste althans in 1785 zijn naam in een van de balken mét daarbij het molenaarsteken, de zogenaamde viertaksrijn.
Vanaf 1830 tot 1868 was de molen eigendom van de familie Van Boerdonk. In 1862 kwam Nicolaas Coppens, afkomstig uit Bakel en telg uit de bekende Brabantse molenaarsfamilie, op de molen werken. In 1868 kocht hij de molen en bemaalde hem vervolgens tot zijn overlijden in 1879. Daarna zette zijn zoon Huub het bedrijf voort, vanaf 1895 daarin bijgestaan door diens broer Willem.

In 1904 vertrok Huub Coppens naar Geffen. Willem bleef tot 1919 in Boekel werken: toen verkocht hij zijn molen aan Josephus Verbeek, ook afkomstig uit een oude Brabantse molenaarsfamilie. Verbeek had zijn ronde stenen beltkorenmolen te Geldrop verkocht en vestigde zich in Boekel.
Na zijn dood in 1928 werd het bedrijf door zijn kinderen voortgezet en tenslotte was zoon Josephus Cornelus ‘Sjef’ Verbeek hier enig molenaar/eigenaar.
In 1936 schafte Sjef Verbeek een motor aan. Deze 36 pk. sterke ééncylindermotor (met maalstoel) kwam in een aanbouw van het muldershuis te staan. Het windbedrijf bleef evenwel nog hoofdzaak, alleen bij windstilte of als het extra druk was gebruikte men de motor.

Situatie in de oorlog, op de voorgrond de kiosk gebouwd 1930 waarvoor het grondwerk werd gedaan door de leden van de fanfare EMM.
De archtect was Egidius Heijkants (Erp). Op de achtergrond nog het molenaarshuisje met daaraan vast een schuurtje. Rechts op de foto het eerste molenpakhuis gebouwd in 1934.

Gedurende zijn bestaan heeft de molen diverse aanvallen van de natuur, maar ook oorlogsgeweld moeten doorstaan. Zo werd in 1901 door een windhoos de kap van de molen gerukt.
In het oorlogsjaar 1944 liep de molen tijdens een beschieting zware schade op. De houten as (met ijzeren kop) was niet meer bruikbaar en molenaar Verbeek kocht vervolgens de bovenas van de molen “St. Josef” te Middelrode aan: die molen was door oorlogsgeweld grotendeels verwoest. Verbeek kende die molen en zijn molenaar Heintje Jacobs goed, want hij was daar tot 1928 enige jaren knecht geweest.

Rond 1950 werd een lage loods achter de molen gebouwd en daar ging men elektrisch malen met een Jaspers hamermolen. De molen kwam stil te staan en snel trad verval in.
Toen Verbeek niet veel later begon met sloopwerkzaamheden, ging er een algemeen protest op van de zijde van bewoners van de Kerkstraat. Ook de gemeente Boekel wilde de molen graag behouden en zo kwamen gesprekken op gang, waarbij onder andere De Hollandsche Molen adviseerde.
Moeizaam kwam men tot een akkoord: bij raadsbesluit van 11 maart 1959 kocht de gemeente de molen aan en zo bleef dit monument voor Boekel behouden. Aan te nemen is, dat kort daarop herstelwerk is uitgevoerd.

Rond 1970 werd bij een volgende herstelbeurt het uiterlijk van de molen nogal gewijzigd: de kast werd okergeel met een witte bies. Daarvoor was deze wit geverfd met een donkergroene bies, de deuren wit met een groene zandloper (met in het midden een grote rode stip) en ook de schoren waren wit. Verder kreeg het galerijhek een geheel andere vorm.

De molen werd eind jaren ’80 door molenmaker Beijk opnieuw gerestaureerd: de ingekorte Potroeden, volgens overlevering ooit door grootvader Verbeek in Zuid-Holland gekocht, werden vervangen door nieuwe gelaste exemplaren. In september 1989 werd deze ƒ 160.000,– kostende restauratie voltooid en kon de standerdmolen in principe weer draaien. (N.B. De afkomende roeden gingen naar “De Onderneming” te Schayk, die met dit derdehands materiaal een schertsrestauratie onderging).

Draaien deed de molen daarna niet of nauwelijks, erger nog: bij vonnis van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch kreeg deze molen in december 1989 een draaiverbod onder dwangsom opgelegd. Dit vanwege een al jarenlang durende kwestie over het eigendom van de grond rondom de molen en in welke mate de molen daaroverheen mag draaien en worden gekruid. De grond is namelijk maar zeer ten dele bezit van de gemeente Boekel, bepaalde relevante stukken zijn particulier, meer in het bijzonder van de familie Verbeek. Als gevolg hiervan was het al in 1959, toen de molen dus net eigendom van de gemeente was geworden, niet goed meer mogelijk, te draaien.
Dit is bijzonder te betreuren: deze standerdmolen is gelegen op een schitterende plaats in het dorp, op een berg, aan een T-kruising, in het verlengde van de (brede) Kerkstraat: de molen sluit die als het ware af.

De toekomst van deze molen als levend monument is daarmee anno 2023 nog altijd zeer onzeker: op de huidige plaats mag de molen niet draaien omdat het wiekenkruis deels over privé-terrein draait. Ieder plan om de molen iets te verplaatsen, zodat de molen in ieder geval weer kan worden gekruid en gedraaid, is vooralsnog mislukt. De fraaie ligging ten opzichte van der Kerkstraat is op die manier een nadeel gebleken. Pal naast de staartbalk staat sinds jaar en dag zelfs een muur, om de grens tussen molen- en privéterrein aan te geven. Het is zeer te hopen, dat voor deze kwestie eens een oplossing komt!

Voor de molen zelf werd de onderhoudstoestand, na jaren niet te hebben mogen draaien, uiteraard niet beter. Na er een tijdlang verveloos en zonder voorzomen bij te hebben gestaan, werd in het voorjaar van 2010 een grote schilderbeurt uitgevoerd en werden ook enige zaken vernieuwd, zoals heklatten, enige traptreden en deuren. Toen lukte het de molenmakers alleen nog met grote moeite, het wiekenkruis rond te draaien.

In januari 2020 moest de molenmaker de molen opbokken: door de eenzijdige belasting op de standerd, als gevolg van de langdurige stilstand, was deze doorgebogen en daardoor hing de kast inmiddels sterk voorover.
Deze kunstgreep moet erger voorkomen maar op deze manier werd wederom duidelijk dat de situatie rond deze molen zeer moeilijk is.