Zo’n 100 jaar geleden gingen alle Boekelse mannen er op zaterdagmiddag eens goed voor zitten. Ze zetten zich aan de keukentafel, in hun hemd, nog nadampend van hun wekelijkse wasbeurt in de teil of de tobbe. Ze waren klaar voor hun, eveneens wekelijkse, scheerbeurt. Op tafel stond dan het mooie houten kistje, met de ingenieuze ingebouwde spiegel. Eerder op de middag waren er al voorbereidingen getroffen. Het belangrijkste gereedschap uit het kistje, het uitklapbare grote scheermes in zijn zwarte houder, was gecontroleerd op scherpte. Dit mes was in de loop van de week ook voor andere zaken gebruikt. Soms werden er biggen mee gecastreerd. En bij een huisslachting van schapen was dit mes nuttig voor een effectieve halssnede. Bij een geslacht varken werden met dit mes de haren verwijderd. Dus was het vaak niet meer vlijmscherp, of waren er zelfs bramen in gekomen.
Het mes was opnieuw gescherpt met behulp van een aanzetsteen of met behulp van de grote wetplank van eiken kernhout. Maar nu stond alles klaar. Moeder de vrouw zorgde voor een kop heet water, en uit de scheerkist kwam een porseleinen kommetje met een pijpje zeep. De kinderen zaten rond de tafel te wachten op de spannende vertoning die zou volgen. Want de baardstoppels lieten zich na een week niet zo eenvoudig verwijderen, en meestal werd er wel ergens een wratje geraakt onder de laag zeepschuim. En dan ontstond dat typische landschapje van ‘een gewond dier in de sneeuw’. In de scheerkist was met verwondingen rekening gehouden. Om bloedingen te stelpen was er aluin bijgevoegd.
Tal van innovaties zijn sindsdien gevolgd. Te beginnen met die kleine stalen houders met Gillette-scheermesjes. En Philips ontwikkelde talloze elektrische apparaten met steeds meer scheerkoppen en slimme mesjes. Toch houden velen vast aan het natte scheren, en zie je barbiers in diverse landen nog altijd met het grote zwarte mes aan het werk.
Door Toon Wassenberg