Kippenvel bij gevonden wijzerplaat neergestorte bommenwerper

  
Locatie neergestorte Vickers Wellington III. Erpseweg (nabij restaurant Montimar), Boekel.

Door Joop van Lankvelt.
Op 20 december 1942 trok een vloot Britse bommenwerpers, 232 in totaal, over Nederland om de Duitse stad Duisburg te bombarderen. Elf vliegtuigen gingen verloren, waarvan er één, de Vickers Wellington III KW-T van piloot Lesley Causley, van het 425e Alouette Squadron RCAF, om 20.13 uur in Boekel crashte, na te zijn aangeschoten door een Duitse nachtjager, de Messerschmitt ME 110 van piloot Werner Streib.

Acht Vickers Wellington in formatie.

425e Alouette Squadron RCAF
De militaire acties in de Tweede Wereldoorlog, van zowel de geallieerden als van de bezetters, zijn doorgaans goed gedocumenteerd. Heel veel informatie is (inmiddels) toegankelijk, mede door internet en door onderzoek van vele historici en geïnteresseerden.
Het 425e Alouette Squadron werd op 22-06-1942 in Engeland opgericht als een bommenwerperseenheid met Vickers Wellington vliegtuigen [1]. Het was het eerste Frans-Canadese squadron, onderdeel van de Royal Canadian Air Force (RCAF). In de avond van 05-10-1942 kwam het squadron voor de eerste keer in actie met acht vliegtuigen voor een bombardement op Aken. Eén Wellington stortte al neer boven Engeland tijdens de heenvlucht, en de bemanning kwam om het leven. De anderen slaagden in hun opzet, maar boven het continent was het Duitse luchtafweergeschut ‘irritant hardnekkig’, aldus een van de vliegers. Verscheidene vluchten naar diverse doelen volgden, vaak gepaard gaande met forse tegenslagen zoals slecht weer, technische mankementen en luchtafweergeschut, en een aantal keren met verlies van vliegtuig en bemanning als gevolg.

Logo van 425e Alouette Squadron RCAF.

De vlucht en de crash
Kort na het bombardement op Duisburg in de avond van 20-12-1942 werd de Wellington, met zes bemanningsleden, twee Engelsen en vier Canadezen, op de terugweg aangevallen door een Duitse jager en door kanonvuur getroffen [1]. Het vliegtuig dook onmiddellijk, en piloot Lesley Causley trok hard aan de besturing zonder merkbaar resultaat. Toen het vliegtuig ongeveer 2000 voet (600 m) was gedaald, viel de jager opnieuw aan, waarbij de bakboordmotor en de vleugel getroffen werden en in brand vlogen. Pogingen om de vlammen te doven waren tevergeefs, zodat piloot Causley, op een aangegeven hoogte van 4000 voet (1200 m), het bevel gaf om te borgen (gereedmaken voor parachutesprong). Hij had nauwelijks een haak van zijn parachute vastgeklikt, toen de Wellington kantelde en hij via het plafond van de cockpit naar buiten werd geslagen. Hij raakte even buiten bewustzijn en kreeg meteen daarop het gevoel dat hij vallende was. Instinctief trok hij aan zijn parachute en hij landde binnen enkele seconden op de grond. In Boekel, omgeving huidige Erpseweg 16. Het enige andere bemanningslid dat ook kon ontsnappen was bommenrichter Harry Mohin [1][2]. Hij was zelfs al eerder uit het vliegtuig ‘gevallen’. Hij had na de tweede aanval zijn positie verlaten en ging naar het achterluik, maar viel voordat hij dat bereikte in het voorluik, waarvan hij door de rook niet gezien had dat het open stond. Hij kon zichzelf nog net vastgrijpen om er niet volledig doorheen te vallen, en half uit het vliegtuig hangende kon hij zijn vlakbij liggende parachute pakken, heelhuids uit het vliegtuig krijgen en bevestigen.

Logboek vluchten 425e Squadron RCAF;
vlucht 20 Dec 1942 – 17:53 uur: Missing.

Toen viel hij, en hij was eigenlijk verbaasd dat zijn parachute zich met lucht vulde en functioneerde. Hij landde binnen enkele seconden op een plaats waarvan hij zich later de naam niet kon herinneren, en werd opgevangen bij een boerengezin dat hij zich herinnerde als het schilderij van Vincent van Gogh ‘de Aardappeleters’. De vier andere (Canadese) bemanningsleden, navigator Guy Martel, en de drie boordschutters Jack Cholette, Hurley Roy en Jean Raymond, overleefden de crash niet. In de romp van het gecrashte vliegtuig werden twee gedeeltelijk verkoolde lijken aangetroffen, één lichaam werd teruggevonden tussen de woningen van Hoevenaars en Van Lith en het vierde slachtoffer sloeg te pletter op de muur en het dak van de schuur van de boerderij van Dorus van Lith.

Crash in Boekel in de lucht zichtbaar.
Het vliegtuig dat brandend Boekel naderde liet een streep van brandende brokstukken achter. De romp, de cockpit en een vleugel kwamen terecht op ’t Huifke, in de directe omgeving van huidig restaurant Montimar, Erpseweg 16. De andere vleugel kwam terecht op de woning en het kippenhok van de weduwe Van Berlo, in wat nu de Meester van Hooffstraat is. Op het erf van landbouwer M. Hoevenaars werd een geopende parachute gevonden.Veel Boekelse mensen, die het gebeuren in de lucht hadden waargenomen, gingen naar de plek kijken. Zo ook de vader van de schrijver van dit artikel, Martien van Lankvelt (1913-1964), de schilder, die het trieste gebeuren beschreef in een brief. Na de oorlog informeerde hij bij het Engelse informatiecentrum voor oorlogsslachtoffers en kreeg hij te horen dat piloot Lesley Causley de oorlog had overleefd. Er kwam een lang durende briefwisseling op gang. Hieronder begin en einde van de eerste brief, de kennismakingsbrief, en op de volgende pagina de uitgetypte tekst van de brief.

Gedeelte van de brief van Martien aan Lesley Causley.

Boekel Holland. 12 Nov. ‘45
Geachte Vriend
Vreemd en een beetje duister zal dit schrijven wellicht voor U lijken, maar hem gelezen hebbende, zal U alles duidelijk worden.
Op een Zondag avond eenige weken voor Kerstmis van het jaar 1942 (wij gingen hier nog ge-bukt onder de Duitsche bezetting) stonden wij bui-ten te luisteren naar het zware geronk der bommenwerpers van de RAF die de Duitsers weer wat bommen waren wezen bezorgen.
Het was een heldere doch koude avond, maar het zoo verlangende geronk trok eenieder van ons dorp naar buiten. Opeens werd er in de lucht ge-schoten en we zagen hoe een vliegtuig begon te branden.
In spanning volgden wij wat gebeuren ging in de hoop dat het een Duitser zou zijn. Een geweldige explosie volgde en het vliegtuig stortte in stukken op de grond. Heel de bevolking van ons dorp stroomde naar die plaats, en al dadelijk vernamen wij dat het een Engelsche bommenwerper was. Treurig was het te zien hoe de bemanning was terecht gekomen, de een door het dak van de boerderij, de ander voor in de tuin, in het nog brandend kockpit bevonden zich ook nog man-schappen.
Terwijl wij daar stonden te kijken (de Duitsers waren nog niet aanwezig) kwam er een parachutist behorende bij het vliegtuig naar ons toe. Hij sprak in het Engels, doch wij verstonden hem niet. Alleen het woord Rotterdam verstonden wij en maakten hieruit op dat hij probeerde naar Enge-land terug te komen. Wij wezen hem naar de ge-vraagde weg in de hoop dat hij zijn doel bereiken zou. Het mocht echter niet zoo zijn want al spoedig kwam er een politie, kreeg hem in het oog en nam hem mee. Ik ging er naar toe en vroeg de politie of ik hem een sigaret mocht geven, dit werd mij toe gestaan en ik was blij iets voor hem te hebben mogen doen.
De parachutist werd per auto naar een huis in ons dorp gebracht. Wij mee en al spoedig zaten wij saam rond den haard met hem. Alles was in den weer om het hem zoo aangenaam mogelijk te maken. Terwijl ik zijn verwonde knie verbond, haalde mijn verloofde die nu mijn vrouw is, wat lekkere gebakjes voor hem. Toen kwam het bericht dat de Duitsers op weg waren, de politie durfde hem niet langer in huis te houden en zoo ging hij in den arm van twee dames naar het gemeentehuis. Daar mochten wij niet meer bij hem blijven.
Herinnerd Gij U nu wie de parachutist was? Dat waart Gij Causley. Ondergetekende gaf U die sigaret. Mijn vrouw haalde voor U gebak en begeleidde U naar het gemeentehuis, gearmd.
Wij hebben aan het informatie bureau in Engeland naar U geïnformeerd. Deze berichtte dat U na krijgsgevangenschap in Duitsland, behouden in Engeland terug kwam.
Van Harte Proficiat met Uw behouden thuiskomst.
Het ingesloten briefje bevat Uw handtekening die Gij bij den haard schreef. Wij zouden het zeer op prijs stellen eens een antwoordje van U te mogen ontvangen. Een kleintje is al voldoende.
Hopende op spoedig bericht tekenen wij
Hoogachtend Nolda en Martien
P.S. de vrouw vraagt of U het briefje met Uw hand-tekening als souvenir terug wilt sturen.

Canadese begraafplaats in Groesbeek, ca. 1946. Rechtse foto’s:  de graven van J. Raymond en G. Martel.

Martien van Lankvelt ging ook op zoek naar waar de vier Canadese bemanningsleden waren begraven. Hij kreeg te horen dat zij van Boekel naar Eindhoven waren gebracht en op het kerkhof in Woensel waren begraven. Toen hij daar naar toe ging om foto’s van de graven te maken, bleek dat ze inmiddels waren overgebracht naar de Canadese begraafplaats in Groesbeek.

Lesley Causley, ca. 1942.
Martien van Lankvelt
(1913-1964), ca. 1933.

Lesley Causley terug in Boekel
Martien nodigde Lesley uit om als hij ooit naar Nederland zou komen, samen met hem de graven van de Canadese bemanningsleden te bezoeken.Vele jaren gingen voorbij, tot op een dag bij café Van Zon, tegenover de Boekelse molen, naar Martien van Lankvelt, de schilder, werd gevraagd. Het Brabants Dagblad van 17-09-1952 deed verslag.In 1956, vier jaar na zijn bezoek aan Boekel, overleed Lesley Causley, op slechts 34-jarige leeftijd.

Krantenknipsel van 17-09-1952, uit de regionale voorloper van het Brabants Dagblad.
De gevonden wijzerplaat van de Vickers Wellington van piloot Lesley Causley. Foto: Joop van Lankvelt.

Kippenvel
Bijna 76 jaar na deze vliegtuigcrash, op woensdagmiddag 24 oktober 2018, gaat de Metaaldetectiegroep van de Boekels-Venhorstse heemkundekring zoeken op een veld op de hoek Erpseweg-Zandhoek, nu eigendom van André en Anja van Delst. Ik, schrijver van dit artikel, ben ook lid van deze Metaaldetectiegroep. Na het vinden van wat oude munten roept medezoeker Fred Klotz uit Uden dat hij iets moois heeft gevonden. Ik ga naar hem toe en zie wat hij gevonden heeft: een wijzerplaat van een toerenteller uit een vliegtuig. En ik realiseer me dan, dat wij na Lesley Causley, nu bijna 76 jaar later, weer de eersten zijn die een blik werpen op deze wijzerplaat van een van de twee toerentellers van de vliegtuigmotoren. Als ik Fred het verhaal van mijn vader en Lesley Causley vertel, biedt hij mij spontaan de wijzerplaat aan. Ik neem hem aan met kippenvel op mijn armen.

De plaats in de cockpit van een Vickers Wellington, waar de toerentellers zijn gemonteerd.

Plaquette
In december 2017 hebben medeheemkundelid Kees van Ginneke en ik een gedenkbord gemaakt met informatie over deze vliegtuigcrash. We hebben deze plaquette geplaatst en onthuld, in het bijzijn van enkele tientallen belangstellenden, op de plek van het ongeluk, nu Erpseweg 16, onder de bomen, op 20-12-2017 om 20.13 uur, precies 75 jaar nadat deze tragische gebeurtenis daar plaatsvond [5].
Dit voorjaar, bij het zoeken naar aanvullende informatie voor dit artikel, kom ik uit op een blog van het 425e Alouette Squadron RCAF in Canada [2]. Ik upload wat van onze informatie en tot mijn verbazing ontvang ik al binnen 24 uur drie foto´s van één van de Canadese bemanningsleden, en wel van J.P.A. Raymond, waar we al jaren naar op zoek waren. Een neef van Raymond had onze gegevens gezien en spontaan gereageerd. Een paar dagen later verschijnt er op de blog een foto met bijna de gehele bemanning, zodat alle vier de Canadese helden hierbij een gezicht hebben gekregen. We kunnen nu na vele jaren speurwerk, vijf van de zes bemanningsleden op foto laten zien.

Plaquette geplaatst en onthuld op de plek van het ongeluk, nu Erpseweg 16, onder de bomen, op 20-12-2017 om 20.13 uur, precies 75 jaar nadat deze tragische gebeurtenis daar plaatsvond

Gepubliceerd in De Wanmeule nr. 56 – july 2019

Erpseweg, VICKERS WELLINGTON