Café ’t Menneke, een horecamonument in Boekel

  

door Jef Verhoeven
Café ‘t Menneke heeft een lange geschiedenis, met diverse verbouwingen en veel eigenaren en soms curieuze bewoners. Het was al in 1810 een horecaonderneming, al sprak men toen nog van herberg of tapperij. De eigenaar toen was Herman van der Heijden, richterbode (ambtenaar) en later, van 1812 tot en met 1846, burgemeester van Boekel. De tapperij, waar ook de vergaderingen van de gemeenteraad plaatsvonden, werd gedreven door zijn vrouw Elisabeth de Bie en na haar overlijden door een van zijn dochters. Burgemeester zijn was geen vetpot. Zonder bijverdiensten of een nevenberoep bracht het niet genoeg op om enigszins comfortabel van te leven. Van der Heijden, vaak in geldnood, verkocht zijn huis maar bleef er aanvankelijk nog als huurder wonen.
Koper was kleermaker Jan Migiels. Die deed het in 1838 over aan zijn neef Mathijs.

Eigendom van de Kapelanie
In 1848 verkocht die het hele gedoe aan de Kapelanie, een zelfstandig rechtspersoon (organisatie) die de kapelaanswoning en wat stukken grond in bezit hadden. In de kapelaanswoning (óók kapelanie genoemd) in de Kreugestraat (nu Wilhelminastraat) hokten vier kapelaans bij elkaar in een relatief klein huis. Bovendien woonde ook de zuster van kapelaan Bijl (later pastoor) er nog bij in. Boekel had toen geen pastorie meer. De pastoor had kamers in het pension van de weduwe Bevers in de Kerkstraat.
Een van de kapelaans, Gerald van den Heuvel, vertrok kort daarna aan het hoofd van een groep emigranten naar Wisconsin, Amerika.
Volgens het bevolkingsregister is ook Mathijs Michiels (Migiels) geëmigreerd in 1849. Waarom zijn vrouw en kinderen in Boekel (achter)bleven is niet geheel duidelijk. Er is verder niets van hem terug te vinden. Zijn levensloop was toch al eigenaardig. Hij trouwde toen hij amper zestien was met het acht jaar oudere winkelmeisje van zijn oom. Als beroep werd winkelier vermeld. Bij het huwelijk van zijn dochter stond hij vermeld als ‘afwezig’. In de overlijdensakte van zijn vrouw werd zij weduwe genoemd, dus werd blijkbaar aangenomen dat Mathijs toen al overleden was.

Figuur 1. Plaats delict van het hagelschot op burgemeester Peter van den Berg in 1857, ter hoogte van het bosje aan het rechter zandpad. Dat bosje werd ‘den platten berg’ genoemd; als zodanig werd het in de rechtszaak ook als plaats delict aangemerkt. Deze landschapsfoto is van ca. 1960, maar de omgeving zal tot dan toe niet veel veranderd zijn. De twee zandpaden op de foto begonnen als één pad, bij waar nu Nia Domo staat. Dat pad liep naar het zuiden, naar de Zand-hoek. Het beginstuk liep waar nu de Buskensstraat is, splitste dan in de Bosberg voorbij de huidige De Beuken in een pal zuidelijk en een zuid-zuidwestelijk zandpad. De foto is in zuidelijke richting genomen, net voorbij deze (ook nu nog bestaande) splitsing. Het linkse pad (het pal zuidelijke)werd genoemd ‘de lange pad’ en liep via de boerderij van weduwe Van der Aa (nu Zandhoek 6) naar de Zandhoek en dan naar het Leurke. Het rechtse pad liep ook naar de Zandhoek, maar schuin westelijker, in de richting van toen Bert Klaassen, nu Zandhoek 12.
Op de achtergrond op de foto de boerderijen v.l.n.r. van toen fam. Van der Aa, Wassenberg, Tielemans en Van de Elzen. Deze foto staat ook in Fotoboek 2, p. 69

Hanne van Doren
De kapelaans verkochten het huis vier jaar later, in 1852. Koper was Adrianus van Doren, gemeentesecretaris van Boekel. Het café werd geëxploiteerd door zijn vrouw Johanna Maria van Sleeuwen, die het als koffiehuis te boek staande pand gedurende 46 jaar uitbaatte. Aan haar echtgenoot had ze niet echt veel. Een tante waar hij mee overhoop lag, karakteriseerde hem als iemand die zijn geld door zijn keelgat goot. Een verwijt dat hij nogal hoog opnam.

De eerste keer dat hij de krant haalde was in november 1857, toen hij de burgemeester van Boekel, Peter van den Berg, zijn aangetrouwde oom, een schot hagel door zijn arm schoot [3],[4]. Hij werd in eerste instantie veroordeeld tot vijf jaar cel. Bij een herziening werd hij wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Niet vastgesteld kon worden of de voetafdrukken op de plaats delict, een donkere zandweg tussen het centrum en de Zandhoek waar de burgemeester woonde, van Adrianus van Dorens klompen afkomstig waren. Er was wel iemand gezien met zijn postuur maar in het donker kon niemand met zekerheid bevestigen Van Doren gezien te hebben.

Figuur 2. Eerste bekende verbouwing in 1879. Een deel aan de achterzijde is afgebroken. Eén kamer werd kadastraal als woning geregistreerd: sectie I, nr. 97.

Hij zag de rechtbank nog een keer terug bij een aanklacht wegens mishandeling. Hij had een lastige cafébezoeker hardhandig tot de orde geroepen. De grootste schade was een pijp! Ook deze keer volgde vrijspraak.
Enkele jaren later, in 1863, ging hij opnieuw in de fout. Deze keer ging het over een poging tot afpersing van zijn tante. Hij liet een zogenaamde brandbrief bezorgen. Brandbrieven waren anonieme schriftelijke bedreigingen met brandstichting, als het slachtoffer niet betaalde. Als serieuze afpersing was dit een geval van zeldzame onhandigheid. Hij liet een kind de brief bezorgen in ruil voor een beloning van een stuiver. Voor de brief gebruikte hij de binnenkant van een envelop die aan hem gericht was geweest. Zijn naam stond er nog op. Hij eiste vijftig gulden, niet echt buitensporig. Maar de rechtbank tilde er zwaar aan. Hij werd tot vijf jaar cel veroordeeld. Hij overleed in de gevangenis van Leeuwarden.
Zijn vrouw, in de volksmond Hanne van Doren, bleef achter met een minderjarige dochter. Zij bleef de zaak, café annex winkel, runnen en splitste die in twee wooneenheden, hoewel de tweede slechts een enkele kamer was (figuur 2). Het huis was vermoedelijk oorspronkelijk een kortgevel-boerderij geweest, aangepast voor de herberg-functie. Na het overlijden van haar dochter trok haar ongetrouwde zuster bij haar in en dreven ze de zaak gezamenlijk.
In 1898 liet ze per testament het café na aan de pastoor van Boekel. Die moest er wel flink wat missen voor doen, maar hij hield er bij verkoop (hij had dat gedelegeerd aan de bekende zakenman Jacob van den Broek) toch nog 3500 gulden aan over.

Figuur 3. Prentbriefkaart van Kerkstraat-Noord in ca. 1900. Links op de voorgrond het nog niet verbouwde café van Piet van Lankvelt; op de achtergrond rechts de molen. Deze foto staat ook in Fotoboek 1, p. 65.

Grote verbouwing
Koper was Piet van Lankvelt, kleermaker van beroep, geboren in Erp. Hij pakte het energiek aan met een grote verbouwing in 1902. Er werd een voorhuis dwars op de romp gebouwd waarmee de ruimte een flink stuk groter werd. (Vergelijk figuur 3 en 5.)
Piet van Lankvelt bouwde het losstaande schuurtje aan de achterkant in 1907 uit en maakte er een kleermakersatelier van. Hij verkocht het hele complex in 1910 aan Laurens (Frengs) van Kessel. Piet van Lankvelt bleef in het atelier annex woning wonen. Kort daarna in 1912 werd het een woonhuis.
Laurens van Kessel was afkomstig uit Dreumel, maar woonachtig op de Neerbroek in Boekel. Hij werd herbergier en koffiehuishouder. Er volgden weer de nodige moderniseringen en aanpassingen.
Zijn dochter Petronella trouwde met Antonius Brox uit een bekende Lieshoutse hotelhouders-familie. Het paar woonde in bij schoonvader in Boekel en kreeg twee dochters; in 1929 (Maria Helena) en in 1932. Antonius verdiende zijn geld als handelsreiziger en Petronella dreef het café.

Figuur 4. De kadastrale situatie in 1926.

Pas in 1934 werd Antonius Brox formeel huurder. Zijn oudste dochter Maria Helena is de schenkster van de bierpullen die bij het huidige Café ‘t Menneke in de vitrine staan. Zie het verhaal van Joep Jansen in Wanmeule nr. 63.
Intussen was ook de omgeving van het café flink veranderd. Aan de achterzijde was al in 1883 de St. Janschool gebouwd. En Hendrik van den Broek, eigenaar van de aangrenzende woningen, brak deze af en ze verving door een villa, het huidige Kerkstraat 24, ‘Smullen Grand Café en Krullen & Spullen’.

Figuur 5. Café ’t Menneke; ca. 1990.

Familie Dekkers
De familie Brox verhuisde in 1937 naar Lieshout en het meest centraal gelegen café van Boekel werd gekocht door Hendrik Dekkers, eigenaar van café Molenzicht op de Gemertseweg (toen nog Leurke). Zijn hoofdberoep was botermaker. Molenzicht verkocht hij.
Hij gaf ongewild de informele naam ‘t Menneke aan wat eigenlijk Café ‘t Centrum heette. Naar verluidt vanwege zijn lengte.
De familie Dekkers bleef er drie generaties, al heetten de laatste twee Van de Elzen, naar zijn schoonzoon. Sinds 1955 was dochter Anna van de Elzen-Dekkers de ziel van het café. In Boekel sprak men van ‘Aan’ Dekkers of ‘Aan’ van ’t Menneke (met een halflange ‘aa’ uit het Boekelse dialect).
Voor dorpscafés waren het hoogtijdagen. Er was veel verenigingsleven en er was veel ‘gewone aanloop’. Bij Anna aan de toog zaten de beste stuurlui. Ze hadden overal verstand van: politiek, voetballen en vooral hoe de gemeente bestuurd moest worden, afgewisseld met geruchten en roddels. Achteraf konden ze haarfijn analyseren hoe iets gemoeten had.
In 1984 nam de zoon van Anna, Wim van de Elzen, de zaak over. Hij verkocht die in april 1986 aan de tegenwoordige eigenaar Johannes (Joep) Jansen.

Gepubliceerd in De Wanmeule – nr. 63 – december 2022

Bronnen:
Kadaster; www.kadaster.nl
BHIC, m.b.t. Bevolkingsregisters Boekel; www.bhic.nl
Van de Ven, Bart, en Martin van de Ven (2000); Boekel in oude kranten deel 1, 1794-1900, p. 5.
www.delpher.nl
Heemkundekring Sint Achten op Boeckel; (foto)archief.