Boekel 75 jaar geleden ‘doorgelicht’

  

door Martin van de Ven (Beek en Donk)
Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de gehele bevolking van Boekel en Venhorst op tbc werd onderzocht. Het was het eerste gratis algemene röntgenologische bevolkingsonderzoek in Nederland. Het onderzoek vond plaats in het toenmalige patronaatsgebouw Sint-Lucia. Aanleiding was dat bij een schoolonderzoek in de zomer daarvoor (in 1947) maar liefst 47% van de kinderen positief reageerde op het bekende ‘krasje op de arm’. Het Polygoon-journaal maakte er melding van (zie bron 2) en de Gemertsche Courant berichtte als volgt:
Gemertsche Courant 16 April 1948
Door het gemeentebestuur van Boekel is in overleg met de inspectie van de Volksgezondheid en de Districts-tuberculose-dienst besloten de bevolking der gehele gemeente kosteloos in de gelegenheid te stellen zich aan een röntgenologisch onderzoek te onderwerpen. Dit onderzoek wordt met gebruikmaking van de nieuwste medische uitvinding op dit gebied uitgevoerd door de Röntgenologische Dienst van de Koninklijke Landmacht te ‘s-Gravenhage.

Foto 1 en 2. Vrijwel iedereen, jong en oud, deed mee aan het onderzoek. Veel ouderen moesten hun schaamte overwinnen omdat het bovenlichaam moest worden ontbloot. Maar de pet mocht opblijven en de klompen aan.

Gemertsche Courant 23 April 1948
Bijna heel Boekel en Venhorst zijn “doorgelicht”
Boekel, 20 April – Ruim 97 percent van de bevolking van Boekel en Venhorst is vrijwillig opgekomen voor het longonderzoek, dat door de dienst Röntgenologisch Borstonderzoek van de Inspectie Geneeskundige Dienst van de Landmacht is ingesteld. Ook op de overige drie percent zal men nog een dringend beroep doen. Boekel is de eerste gemeente in Nederland, waar alle inwoners van een gratis röntgenologisch onderzoek kunnen profiteren. De Dienst van Röntgenologisch Borstonderzoek van de Landmacht beschikt momenteel over drie ‘röntgenteams’. Er zijn vaste teams in Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Ook in Huis ter Heide is men momenteel met dit onderzoek bezig. Iedere militair wordt bij opkomst in dienst, afzwaaien, vertrek naar of terugkeer uit Indië, onder de loupe genomen. Naar schatting zijn in totaal 350.000 personen in Nederland op deze wijze onderzocht.
Niet onrustbarend Het feit, dat 47 percent van de schoolkinderen in Boekel op de zogenaamde tuberculinereactie (het bekende krasje op de arm), positief reageerde, betekent natuurlijk niet – zoals onlangs ten onrechte in een bericht gezegd werd – dat de helft van de Boekelse schooljeugd tuberculeus zou zijn. Wel zijn deze kinderen ooit met de tuberkelbacil in aanraking geweest. De meeste kinderen blijken echter bij nader onderzoek nog kerngezond. Van de dertig kinderen, aan wie voorlopig rust was voorgeschreven, zijn de meeste intussen weer ‘op vrije voeten gesteld’.
Een aardige bijzonderheid van het onderzoek is wel, dat de inwoners van Boekel voor het begrip longontsteking alleen de naam ‘bezetting’ kennen. Op de gebruikelijke vraag van de dokter, “Heeft U ook longontsteking gehad?”, bleef menig patiënt dan ook het antwoord schuldig. Een slimme röntgenassistent in Boekel had het geval echter door. Bij de eerstvolgende inwoner van Boekel, die op de foto moest, werd daarom heel begrijpe-lijk de graag gesteld: “Heeft u ook een bezetting gehad?”. Prompt kwam echter het onverwachte antwoord: “Dat zou ik denken, mijnheer, vier jaar van de moffen”.
Aldus de Gemertsche Courant.

Foto 3, uit het Polygoon-journaal (bron 2). Op de trap achter het patronaat: de moeder (boven) en zus Sjaantje (midden) van Martin van de Ven, en buurvrouw Dina van der Wijst (onder).

Naschrift. In de e-mail waarmee Martin dit artikel stuurde, noteerde hij ook nog enkele persoonlijke herinneringen aan deze gebeurtenis. Wij vonden het waardevol om die ook te vermelden. (Redactie)
“… veel mensen uit Boekel en Venhorst zullen deze ‘operatie’ zich nog wel herinneren; ik wel in ieder geval. Wij werden per buurt uitgenodigd, mannen en vrouwen op geheel andere tijden, want preuts was men in die tijd. De dames mochten wel een doek voor doen (en dat deden ze blijkbaar ook) om er zeker van te zijn dat de vrouwelijke rondingen niet door anderen gezien konden worden.
Onze buurman Frans van der Wijst (Frans den Haas) kreeg de vraag wat hij deed om gezond te blijven. Hij was al op leeftijd maar vrij gezond van lijf en leden. ‘Ik vat elke avond twee borreltjes, dan kumt ‘r de mot nie in’ was zijn antwoord.
Hannes en Mie de Krep van de Run (Hannes Pennings de smid) gingen niet, want de meesten uit die buurt vonden het niet nodig, die blote poespas. Maar uiteindelijk gingen ze allemaal wel, behalve Hannes en Mie. Van Mie kwam de opmerking (in ’t Boekels natuurlijk): ‘Ze liepen elkaor no als skijtende heund’.

Bronnen:
1. Bart en Martin van de Ven; ongepubliceerd boek ‘Boekel in oude kranten, deel 4, 1941 t/m 1962’ / Gemertsche Courant, 16 en 23 April 1948.
2. Polygoon-journaal,tbc onderzoek Boekel.